The Theory of Political Economy: Marginaal nut uitleg

0
William Stanley Jevons presenteert zijn boek over marginaal nut in een 19e-eeuwse academische setting, met diagrammen en discussiërende studenten.
William Stanley Jevons presenteert zijn boek The Theory of Political Economy in een 19e-eeuwse academische omgeving, met focus op marginaal nut.

De economische theorieën van de 19e eeuw werden voornamelijk gedomineerd door de klassieke school van economie, met denkers zoals Adam Smith, David Ricardo en John Stuart Mill. Deze economen stelden dat de waarde van een goed of dienst grotendeels werd bepaald door objectieve factoren zoals arbeid en productiekosten. Dit staat bekend als de arbeidswaardetheorie.

De klassieke benadering was echter niet zonder tekortkomingen. Het onvermogen om te verklaren waarom sommige goederen met lage productiekosten hoge marktprijzen hadden, leidde tot vragen over de volledige geldigheid van de arbeidswaardetheorie. Bijvoorbeeld, de waarderijkdom-paradox, waarbij water, dat essentieel is voor het leven, een lagere marktprijs had dan diamanten, bracht economen ertoe de geldigheid van deze theorie in twijfel te trekken.

Het Leven en Werk van William Stanley Jevons

William Stanley Jevons werd geboren in 1835 in Liverpool, Engeland. Hij was een veelzijdig denker die bijdroeg aan verschillende vakgebieden, waaronder logica, statistiek en economie. Jevons’ belangrijkste werk op economisch gebied is ongetwijfeld The Theory of Political Economy, waarin hij zijn theorie van marginaal nut introduceerde.

Jevons kwam tot het inzicht dat de waarde van een goed of dienst niet uitsluitend werd bepaald door de kosten om het te produceren, maar ook door de subjectieve ervaring van de consument. Dit inzicht legde de basis voor wat later bekend zou worden als de marginalistische revolutie. Samen met Carl Menger en Léon Walras wordt Jevons beschouwd als een van de grondleggers van de marginale waardetheorie.

Kernconcepten: Marginaal Nut en Nutstheorie

Het Concept van Marginaal Nut

Een van de belangrijkste bijdragen van William Stanley Jevons in The Theory of Political Economy was zijn introductie van het concept van marginaal nut. Marginaal nut verwijst naar de extra tevredenheid of het extra nut dat een consument ervaart door het consumeren van een bijkomende eenheid van een goed of dienst. Jevons stelde dat economische beslissingen niet alleen worden genomen op basis van het totale nut dat een goed biedt, maar vooral op basis van de waarde van de laatste eenheid die wordt geconsumeerd.

Het idee van marginaal nut was een breuk met de traditionele opvattingen van de klassieke economen. Waar de klassieke economische theorie waarde toeschreef aan objectieve factoren zoals arbeid en productiekosten, stelde Jevons dat waarde subjectief is en afhangt van de perceptie van de consument. Een goed kan in totaal veel nut opleveren, maar naarmate een consument meer eenheden van dat goed verbruikt, neemt de waarde van elke extra eenheid af. Dit staat bekend als de wet van het afnemende marginaal nut.

De Wet van Afnemend Marginaal Nut

Een cruciaal aspect van de theorie van marginaal nut is de wet van afnemend marginaal nut. Deze wet stelt dat naarmate een consument meer eenheden van een goed consumeert, het nut dat hij of zij ontleent aan elke extra eenheid afneemt. Dit concept kan helpen verklaren waarom bepaalde goederen, zoals voedsel of water, ondanks hun hoge totale waarde, een relatief lage prijs hebben op de markt.

Bijvoorbeeld: stel dat een consument dorst heeft en een glas water drinkt. Het eerste glas water biedt veel nut, omdat het de dorst lest. Het tweede glas water zal echter minder nuttig zijn, en na meerdere glazen water zal het marginaal nut van elk extra glas verwaarloosbaar zijn, zelfs al blijft water als geheel waardevol. Dit concept was een antwoord op het eerder genoemde probleem van de waarderijkdom-paradox, waarbij essentiële goederen zoals water vaak een lage marktprijs hebben in vergelijking met luxe goederen zoals diamanten.

Nutstheorie en Economische Besluitvorming

Jevons’ The Theory of Political Economy droeg ook bij aan de ontwikkeling van een bredere nutstheorie, die stelt dat consumenten hun keuzes baseren op het maximaliseren van hun nut binnen de grenzen van hun beschikbare middelen. Het doel van de consument is om een optimale hoeveelheid van een goed te kiezen, zodat het totale nut wordt gemaximaliseerd, met inachtneming van de daling van het marginaal nut naarmate meer eenheden worden geconsumeerd.

Dit idee van nutsmaximalisatie heeft de manier veranderd waarop economen de vraag van consumenten analyseren. In plaats van te kijken naar de totale vraag in een markt, richtte Jevons de aandacht op het individu en de keuzes die hij of zij maakt op basis van marginale overwegingen. Deze focus op individuele besluitvorming vormde de basis voor veel van de micro-economische theorieën die later werden ontwikkeld.

Invloed op de Economische Wetenschap

De Marginalistische Revolutie

William Stanley Jevons’ werk, samen met dat van tijdgenoten zoals Carl Menger en Léon Walras, wordt vaak geassocieerd met de marginalistische revolutie in de economische wetenschap. De kern van deze revolutie was de verschuiving van een objectieve benadering van waarde, die gericht was op productiekosten en arbeid, naar een meer subjectieve benadering, gebaseerd op marginaal nut. Deze verandering betekende een fundamentele verschuiving in de manier waarop economen naar economische besluitvorming en waarde keken.

De marginalistische revolutie verving de klassieke arbeidswaardetheorie door een theorie die economische waarde en prijs baseerde op het nut dat consumenten aan goederen toekenden. Dit had diepgaande gevolgen voor de economische theorie, vooral in de manier waarop markten en prijsvorming werden geanalyseerd. Het legde ook de basis voor de ontwikkeling van de moderne micro-economie, waarin individuele keuzes en marktdynamiek centraal staan.

Jevons speelde een cruciale rol in deze revolutie door aan te tonen dat de beslissingen van consumenten niet alleen afhankelijk waren van de kosten van goederen, maar ook van hun persoonlijke voorkeuren en het marginaal nut dat ze uit die goederen haalden. Dit perspectief leidde tot een verfijnder begrip van marktdynamiek en prijsvorming, waarbij de vraag van de consument niet meer werd gezien als een statische grootheid, maar als een variabele die afhankelijk is van individuele keuzes.

Ontwikkeling van de Wiskundige Economie

Een van de andere belangrijke bijdragen van Jevons was zijn gebruik van wiskundige modellen om economische theorieën te verduidelijken. Hoewel wiskundige economie vandaag de dag gemeengoed is, was dit in de 19e eeuw nog relatief nieuw. In The Theory of Political Economy maakte Jevons gebruik van wiskundige methoden om zijn theorieën over marginaal nut en prijsvorming te onderbouwen.

Jevons introduceerde wiskundige formules om het verband tussen vraag, aanbod en prijs te verklaren, en hij gebruikte grafieken om de wet van afnemend marginaal nut te illustreren. Deze aanpak maakte zijn werk niet alleen toegankelijker voor toekomstige generaties economen, maar droeg ook bij aan de professionalisering van het vakgebied economie.

De wiskundige benadering van Jevons zorgde ervoor dat economische theorieën strakker en beter kwantificeerbaar werden. Dit had tot gevolg dat latere economen steeds meer gebruikmaakten van wiskundige modellen om complexe economische processen te analyseren en te voorspellen. Het werk van Jevons leidde in die zin tot een meer rigoureuze en wetenschappelijke benadering van de economische wetenschap.

Invloed op Hedendaagse Micro-economie

De ideeën die Jevons introduceerde in The Theory of Political Economy hebben een blijvende invloed gehad op de ontwikkeling van de moderne micro-economie. Veel van de concepten die Jevons voorstelde, zoals marginaal nut, nutsmaximalisatie en de wet van afnemend marginaal nut, vormen nog steeds de kern van de micro-economische theorie.

In hedendaagse micro-economische modellen worden beslissingen van consumenten en producenten vaak gemodelleerd op basis van marginale overwegingen. Consumenten streven ernaar hun nut te maximaliseren binnen de grenzen van hun beschikbare middelen, terwijl producenten hun productie zodanig afstemmen dat de marginale kosten gelijk zijn aan de marginale opbrengst. Deze aanpak is rechtstreeks terug te voeren op de ideeën van Jevons.

Daarnaast heeft Jevons’ focus op het individuele besluitvormingsproces geleid tot een dieper begrip van marktdynamiek, vraag en aanbod, en prijsvorming. In plaats van dat markten als statische entiteiten worden gezien, begrijpen economen nu dat markten voortdurend in beweging zijn, gedreven door de keuzes van consumenten en producenten. Dit inzicht is cruciaal gebleken voor het analyseren van markten en het voorspellen van economische uitkomsten.

Conclusie

William Stanley Jevons’ The Theory of Political Economy (1871) markeerde een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van de economische theorie. Door het concept van marginaal nut te introduceren, wist Jevons een revolutie teweeg te brengen in het economisch denken. Hij toonde aan dat waarde en prijsvorming niet alleen afhankelijk zijn van objectieve productiekosten, maar ook van de subjectieve waardering van consumenten. Dit inzicht leidde tot de ontwikkeling van de marginalistische theorie, die de basis legde voor de moderne micro-economie.

De wet van afnemend marginaal nut, een van Jevons’ kernconcepten, bood een oplossing voor de paradoxen van de klassieke arbeidswaardetheorie. De marginalistische benadering van waarde stelde economen in staat om beter te begrijpen hoe consumenten keuzes maken en hoe markten zich aanpassen aan veranderingen in vraag en aanbod. Jevons’ gebruik van wiskundige methoden maakte zijn theorieën toegankelijker en zorgde voor een striktere, kwantificeerbare benadering van economische analyse.

Vandaag de dag vormt Jevons’ werk de basis voor veel van de concepten die worden gebruikt in micro-economische modellen, waaronder nutsmaximalisatie, marginaal nut en de relatie tussen vraag en aanbod. Zijn invloed reikt verder dan alleen de economische wetenschap en heeft geleid tot een dieper inzicht in menselijk gedrag en besluitvorming op de markt.

Bronnen

  1. Jevons, William Stanley. The Theory of Political Economy. 1871. Dit baanbrekende werk introduceerde het concept van marginaal nut en vormde de basis voor de marginalistische revolutie. Beschikbaar via JSTOR: https://www.jstor.org/stable/1809441
  2. Blaug, Mark. Economic Theory in Retrospect. Cambridge University Press, 1997. Dit boek geeft een uitgebreide historische context van de economische theorie, inclusief de marginalistische revolutie.
  3. Stigler, George J. The Development of Utility Theory. Journal of Political Economy, 1950. Dit artikel beschrijft de evolutie van de nuts- en marginaletheorieën. Beschikbaar via JSTOR: https://www.jstor.org/stable/1823707
  4. Schumpeter, Joseph A. History of Economic Analysis. Oxford University Press, 1954. Een klassieke studie over de ontwikkeling van economische ideeën, inclusief de marginalistische revolutie.
  5. Menger, Carl. Principles of Economics. 1871. Een van de werken die, samen met Jevons’ werk, de marginalistische revolutie vormden.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in