Wat is stream of consciousness in de literatuur?

0
Abstracte illustratie van de stroom van bewustzijn met lichtstromen, boeken, associatieve beelden en dromerige kleuren zoals blauw en oranje.
Een surrealistische illustratie die de vrije stroom van gedachten en emoties symboliseert binnen de context van literatuur en bewustzijn.

De term stream of consciousness, letterlijk vertaald als stroom van bewustzijn, is een veelgebruikte narratieve techniek binnen de literatuur. Dit vertelmiddel stelt schrijvers in staat om de ongefilterde gedachten en gevoelens van een personage vast te leggen, waardoor de lezer een intieme blik krijgt op de innerlijke wereld van dat personage. Deze techniek wordt vaak geassocieerd met de modernistische literatuur uit de vroege 20e eeuw en beroemde schrijvers zoals James Joyce en Virginia Woolf. Maar hoe is deze techniek ontstaan, en waarom is ze zo invloedrijk gebleven in de moderne kunst?

Wat is Stream of Consciousness en Waar Komt de Term Vandaan?

Definitie van Stream of Consciousness

De term stream of consciousness verwijst naar een literair vertelperspectief waarin de interne gedachten en emoties van een personage in real time worden weergegeven. Deze gedachtestroom wordt vaak gekenmerkt door:

  • Fragmentarische zinnen
  • Associatieve sprongen van de ene gedachte naar de andere
  • Onregelmatige interpunctie of een volledig gebrek daaraan

De stream of consciousness techniek geeft een ongestructureerde weergave van het menselijk denken, in tegenstelling tot een ordelijke, lineaire vertelling. Zoals James Joyce het in zijn meesterwerk Ulysses demonstreert, kunnen gedachten over dagelijkse gebeurtenissen, herinneringen en willekeurige indrukken zich willekeurig met elkaar vermengen.

Volgens de Oxford Dictionary of Literary Terms kan een onderscheid gemaakt worden tussen de termen stream of consciousness en interior monologue. Terwijl de eerste verwijst naar de inhoud van de gedachten, is een interior monologue de specifieke verteltechniek die wordt gebruikt om deze gedachten weer te geven. [Bron: Oxford Dictionary of Literary Terms (2009)]

De Oorsprong van de Term

De eerste vermelding van de term stream of consciousness vond plaats in 1855, toen Alexander Bain het gebruikte in zijn werk The Senses and the Intellect om de samenloop van zintuiglijke prikkels te beschrijven. Later gaf de Amerikaanse filosoof William James in zijn boek The Principles of Psychology (1890) een uitgebreidere uitleg. Hij beschreef bewustzijn als een ononderbroken stroom, waarbij de menselijke geest niet in afzonderlijke delen op te splitsen is:

“Bewustzijn verschijnt niet als losse brokken, maar als een constante stroom die vloeit. Een ‘rivier’ of een ‘stroom’ zijn de metaforen die het meest natuurlijk zijn om dit te beschrijven.”

Het was echter de literatuurcriticus May Sinclair die de term voor het eerst toepaste op een literaire context, toen ze in 1918 Dorothy Richardson’s romanreeks Pilgrimage analyseerde. Sinclair wees erop dat deze reeks een voorbeeld was van het weergeven van de gedachtestroom zonder tussenkomst van een verteller. Dit betekende een doorbraak voor modernistische schrijvers. [Bron: May Sinclair, The Egoist, April 1918]

Vroege Ontwikkelingen en Invloeden in de 19e Eeuw

Hoewel de stream of consciousness techniek zijn hoogtepunt bereikte in de 20e eeuw, zijn er vroege voorlopers aan te wijzen in de 19e-eeuwse literatuur. Belangrijke invloeden zijn te vinden bij schrijvers zoals Edgar Allan Poe, Leo Tolstoy en Édouard Dujardin.

Invloeden uit de 19e Eeuw

  1. Edgar Allan Poe: In zijn kort verhaal The Tell-Tale Heart (1843) onderzoekt Poe de verstoorde geest van een moordenaar door middel van een dramatische monoloog. De lezer wordt meegenomen in de irrationele gedachten van de verteller, wat later een inspiratiebron bleek voor modernistische schrijvers.
  2. Édouard Dujardin: Zijn roman Les Lauriers sont coupés (1887) wordt vaak beschouwd als de eerste poging tot een uitgebreide toepassing van stream of consciousness. James Joyce gaf later toe dat hij elementen uit Dujardin’s werk had overgenomen toen hij aan Ulysses werkte.
  3. Leo Tolstoy: In werken zoals Anna Karenina (1878) en Oorlog en Vrede (1869) vinden we passages waarin Tolstoy gebruikmaakt van interne reflecties van personages. Hoewel hij nog geen volledig ongestructureerde gedachtestroom toepast, legt hij wel de nadruk op het innerlijke leven van zijn karakters. [Bron: Cambridge Companion to Tolstoy (2002)]

Daarnaast is er nog de invloed van de Noorse schrijver Knut Hamsun. In zijn roman Honger (1890) wordt de lezer meegenomen in de fragmentarische gedachten van een naamloze protagonist die in armoede leeft. Dit werk wordt vaak genoemd als een van de meest directe voorlopers van de modernistische traditie.

De Doorbraak van Modernistische Schrijvers

James Joyce, Virginia Woolf en Marcel Proust zijn de drie namen die onlosmakelijk verbonden zijn met de doorbraak van de stream of consciousness techniek. Hun werken markeren het hoogtepunt van de literaire moderniteit in de vroege 20e eeuw.

  • James Joyce: Joyce’s roman Ulysses (1922) wordt algemeen beschouwd als een meesterwerk binnen de modernistische literatuur. In deze roman volgt de lezer Leopold Bloom op een enkele dag in Dublin, waarbij zijn gedachten in een ongefilterde stroom worden weergegeven. Een beroemde passage toont hoe Bloom’s overpeinzingen over zijn ontbijt abrupt overgaan in herinneringen aan zijn jeugd. [Bron: Humphrey, Stream of Consciousness in the Modern Novel (1954)]
  • Virginia Woolf: Woolf perfectioneerde de techniek in romans zoals Mrs. Dalloway (1925) en To the Lighthouse (1927). In Mrs. Dalloway verschuift het perspectief moeiteloos tussen verschillende personages, waarbij Woolf laat zien hoe de gedachten van individuen met elkaar verweven kunnen zijn. Ze verweeft bovendien persoonlijke herinneringen met de directe waarneming van het moment.
  • Marcel Proust: In zijn zevendelige werk À la recherche du temps perdu (1913-1927) speelt Proust met de concepten van tijd en geheugen. Hoewel zijn werk niet altijd als puur stream of consciousness wordt beschouwd, gebruikt hij wel innerlijke monologen om de ongrijpbare aard van herinneringen te vangen. [Bron: Abrams, A Glossary of Literary Terms (1999)]

Kenmerken en Toepassing van Stream of Consciousness in de Literatuur

Stream of consciousness is niet zomaar een eenvoudige vertelmethode; het bevat diverse stilistische kenmerken die deze techniek uniek maken. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste kenmerken besproken, evenals hoe deze worden toegepast door verschillende auteurs om de beoogde emotionele en narratieve impact te bereiken.

Belangrijke Kenmerken

  1. Fragmentarische structuur
    Een van de meest opvallende kenmerken van stream of consciousness is de afwezigheid van een conventionele, lineaire verhaallijn. De gedachtestroom wordt vaak gekenmerkt door abrupte onderbrekingen en sprongen tussen herinneringen, associaties en waarnemingen. James Joyce demonstreert dit in Ulysses, waar Leopold Bloom midden in een gedachte plotseling overschakelt naar herinneringen aan zijn jeugd.
  2. Associatief denken
    De menselijke geest maakt continu verbindingen tussen schijnbaar ongerelateerde ideeën. Schrijvers die gebruikmaken van stream of consciousness proberen dit proces na te bootsen door associatieve sprongen te maken tussen gebeurtenissen en indrukken. Virginia Woolf was hierin een meester. In Mrs. Dalloway schakelt Clarissa Dalloway’s gedachten naadloos van een uitzicht op Londen naar herinneringen aan haar jeugd.
  3. Afwijkend gebruik van interpunctie
    De techniek vereist vaak het opheffen van traditionele grammaticale regels. Lange zinnen zonder leestekens zijn kenmerkend, net als het gebruik van vrije indirecte rede. Dit is duidelijk te zien in Molly Blooms beroemde monoloog aan het einde van Ulysses, waar Joyce bewust interpunctie achterwege laat om de onafgebroken stroom van gedachten weer te geven.
  4. Innerlijke monologen en sensorische waarnemingen
    Een ander kenmerk is de nadruk op innerlijke monologen, vaak aangevuld met sensorische indrukken. Dit wordt niet alleen gebruikt om gedachten te registreren, maar ook om emoties, zintuiglijke ervaringen en zelfs onderbewuste processen vast te leggen. Marcel Proust, bijvoorbeeld, gebruikt dit in À la recherche du temps perdu, waarin een simpele smaakervaring (een hap van een madeleine) een cascade aan herinneringen oproept.

Toepassing door Belangrijke Schrijvers

Virginia Woolf: Emotionele diepgang en subjectiviteit
In To the Lighthouse brengt Woolf een intieme en subjectieve ervaring tot leven door de binnenwereld van haar personages bloot te leggen. Ze gebruikt de techniek om de complexiteit van menselijke emoties, zoals verdriet en verlangen, te benadrukken. Woolf maakt hierbij veel gebruik van het “blurren” van de grens tussen directe en indirecte rede, zodat de gedachten van personages soepel overgaan in de vertelling. Dit stelt de lezer in staat om zich volledig in te leven in hun innerlijke wereld.

Voorbeeld: “En weer die blikken, al die scherpe kleine blikken, die haar ziel als messteken doorboorden. Maar buiten, voorbij de struiken, daar glinsterde de zee…” (To the Lighthouse, 1927)

James Joyce: Realistische weergave van bewustzijn
Met Ulysses creëerde Joyce een gedetailleerd beeld van de menselijke geest in zijn meest rauwe en ongefilterde vorm. Zijn gebruik van vrije associatie, lange zinnen en ongestructureerde gedachten heeft een blijvende impact gehad op de literatuur. Zijn beroemde hoofdstuk waarin Bloom door Dublin zwerft en gedachten heeft over alles, van seks tot eten, laat zien hoe het bewustzijn in werkelijkheid functioneert: chaotisch en vol onverwachte sprongen.

William Faulkner: Gebruik van perspectiefwisselingen
Faulkner’s The Sound and the Fury (1929) is een baanbrekend werk dat gebruikmaakt van meerdere vertelperspectieven en stream of consciousness om de complexe familieverhoudingen van de Compson-familie weer te geven. Faulkner wisselt tussen de perspectieven van verschillende personages, waarbij elk personage zijn eigen unieke gedachtestroom heeft. De gedachtestroom van Benjy, een verstandelijk beperkte man, is bijzonder chaotisch en fragmentarisch, waardoor de lezer gedwongen wordt de wereld vanuit zijn subjectieve ervaring te begrijpen.

Het Effect van Stream of Consciousness op de Lezer

Een van de redenen waarom de stream of consciousness techniek zo’n belangrijke plaats inneemt in de literatuur, is het unieke effect dat het heeft op de lezer. Waar traditionele verhalende technieken vaak een afstand creëren tussen de lezer en het personage, overbrugt stream of consciousness die kloof door een directe en intieme verbinding te creëren.

De Beleving van Authenticiteit

Doordat de techniek gedachten weergeeft zoals ze zich daadwerkelijk in de menselijke geest voordoen, ervaart de lezer een sterk gevoel van authenticiteit. De gedachtestroom lijkt ongefilterd en oprecht, waardoor de lezer het idee krijgt dat hij of zij getuige is van het echte innerlijke leven van het personage. Dit effect wordt versterkt door het ontbreken van een verteller die de gedachten samenvat of interpreteert.

Voorbeeld: In Mrs. Dalloway laat Virginia Woolf zien hoe Clarissa worstelt met gevoelens van vervreemding en melancholie, waardoor de lezer niet alleen haar gedachten begrijpt, maar ook haar emotionele toestand meevoelt.

Empathie en Psychologische Diepgang

Een van de belangrijkste effecten van stream of consciousness is de bevordering van empathie. Door de lezer bloot te stellen aan de ongefilterde gedachten van een personage, ontstaat een diepgaand begrip van diens emoties, worstelingen en verlangens. Dit is vooral krachtig in werken zoals The Sound and the Fury, waar de lezer geconfronteerd wordt met het tragische leven van de Compson-familie door de ogen van verschillende personages.

Psychologen hebben aangetoond dat lezers die geconfronteerd worden met complexe innerlijke monologen en emoties, vaak een grotere mate van empathie ontwikkelen. Dit komt doordat de techniek de lezer dwingt om zich in de schoenen van het personage te verplaatsen. [Bron: The Empathy Instinct door Peter Bazalgette, 2017]

De Evolutie van Stream of Consciousness in de 20e en 21e Eeuw

De techniek van stream of consciousness is door de jaren heen geëvolueerd en aangepast aan de veranderende literaire stijlen en behoeften van schrijvers. Waar het in de vroege 20e eeuw vooral werd gebruikt om een subjectieve blik te geven op de innerlijke strijd van personages, heeft het in latere decennia ook zijn weg gevonden naar andere media, zoals poëzie, muziek en film. Dit hoofdstuk bespreekt de verschillende toepassingen in de moderne literatuur en de bredere culturele impact ervan.

Stream of Consciousness in de Mid-20e Eeuw: Experimenten met Vorm en Structuur

Na de doorbraak van schrijvers als James Joyce, Virginia Woolf en William Faulkner, werd stream of consciousness door andere auteurs verder ontwikkeld en verfijnd. Met de komst van naoorlogse schrijvers kreeg de techniek een nieuwe dimensie, waarbij experimentele vormen en thema’s zoals trauma, vervreemding en maatschappelijke veranderingen centraal stonden.

  1. Samuel Beckett: Minimalisme en Existentiële Vervreemding
    De Ierse schrijver Samuel Beckett paste de techniek toe in romans zoals Molloy (1951) en Malone Dies (1951). Beckett onderscheidde zich door het minimalistische en repetitieve karakter van zijn vertellingen, waarbij de gedachtestroom vaak werd gebruikt om existentiële kwesties zoals dood, eenzaamheid en zinloosheid te verkennen. Zijn gebruik van herhaling en onsamenhangende zinnen benadrukte de fragmentatie van de menselijke ervaring.
  2. William Faulkner’s Invloed op Latere Generaties
    De invloed van Faulkner’s The Sound and the Fury reikte verder dan de modernistische periode. Latere auteurs zoals Toni Morrison en Ralph Ellison adopteerden zijn technieken om kwesties zoals racisme, identiteit en culturele erfenis te verkennen. In Morrison’s Beloved (1987) wordt de gedachtestroom gebruikt om de trauma’s van slavernij weer te geven. De onsamenhangende herinneringen en emoties van de personages maken de psychologische impact tastbaar voor de lezer.
  3. Jean-Paul Sartre: Filosofische Toepassing
    Sartre paste stream of consciousness toe in zijn trilogie Les Chemins de la Liberté (De wegen der vrijheid), waarin hij existentialistische ideeën verkende. De gedachtestroom van de personages benadrukt hun worsteling met keuzevrijheid, verantwoordelijkheid en existentiële angst. De techniek stelde Sartre in staat om complexe, innerlijke dialogen vast te leggen die zijn filosofische theorieën illustreerden. [Bron: Marshall, T. E. Freedom and Commitment in Jean-Paul Sartre’s “Les Chemins de la Liberté” (1975)]

Toepassingen in de 21e Eeuw: Nieuwe Literaire Grenzen

In de 21e eeuw heeft stream of consciousness een nieuwe betekenis gekregen door zijn gebruik in uiteenlopende genres, van postmoderne literatuur tot populaire fictie. Moderne schrijvers hebben de techniek aangepast om aan te sluiten bij hedendaagse thema’s zoals globalisering, digitale technologie en identiteit.

  1. David Foster Wallace: Bewustzijn in de Overdrive-Modus
    David Foster Wallace, auteur van Infinite Jest (1996), gebruikte een gemoderniseerde versie van de gedachtestroomtechniek om de overdaad aan informatie in de moderne wereld weer te geven. Zijn werk benadrukt hoe technologie, media en consumptiecultuur invloed hebben op de manier waarop mensen denken. Lange zinnen en zijpaden binnen de gedachten van personages reflecteren de constante informatiestroom waaraan moderne individuen worden blootgesteld.
  2. Zadie Smith: Identiteit en Multiculturalisme
    In haar romans, zoals White Teeth (2000) en On Beauty (2005), gebruikt Zadie Smith stream of consciousness om de innerlijke strijd en culturele identiteit van haar personages weer te geven. Deze techniek helpt bij het blootleggen van zowel persoonlijke als sociale conflicten die voortkomen uit culturele botsingen en migratie-ervaringen. Door gebruik te maken van humor, introspectie en associatieve gedachten krijgt de lezer een intiem beeld van haar personages.
  3. Jonathan Safran Foer: Fragmentatie en Herinneringen
    In Everything Is Illuminated (2002) combineert Jonathan Safran Foer fragmentarische vertellingen met de gedachtestroom om het thema van herinnering en verlies te verkennen. De onsamenhangende gedachten en dromen van zijn personages weerspiegelen hoe het geheugen vaak werkt: in niet-lineaire fragmenten die verbanden leggen tussen het verleden en het heden.

Stream of Consciousness in Andere Kunstvormen

Hoewel stream of consciousness zijn wortels heeft in de literatuur, is de techniek inmiddels doorgedrongen tot andere kunstvormen zoals muziek, film en poëzie. Deze bredere toepassing benadrukt de universele aantrekkingskracht van de techniek als middel om de menselijke ervaring vast te leggen.

  1. Muziek en Songteksten
    In de muziek wordt de techniek vaak gebruikt in songteksten om emotionele en introspectieve inhoud over te brengen. Artiesten zoals Bob Dylan, Sun Kil Moon en Courtney Barnett maken gebruik van een associatieve, gedachtestroomachtige stijl. Een goed voorbeeld hiervan is Barnett’s nummer Avant Gardener, waarin haar innerlijke gedachten en indrukken naadloos in elkaar overlopen zonder duidelijke structuur.
  2. Film en Visuele Media
    In de filmwereld wordt de techniek toegepast om de subjectieve beleving van een personage weer te geven. Terrence Malick’s films, zoals The Tree of Life (2011), maken gebruik van voice-over narratie in de vorm van gedachtestromen. Dit creëert een meditatieve sfeer waarin emoties en herinneringen de drijvende kracht van het verhaal zijn. Ook de documentaire Anonymous Club over Courtney Barnett gebruikt de techniek om haar innerlijke onzekerheden en creatieve processen bloot te leggen.
  3. Poëzie
    Poëzie biedt een natuurlijke vorm voor de gedachtestroom, gezien het vrije karakter ervan. Dichters zoals T.S. Eliot gebruikten in werken als The Love Song of J. Alfred Prufrock een innerlijke monoloog om de innerlijke spanning en onzekerheid van het hoofdpersonage te tonen. Moderne dichters blijven deze techniek gebruiken om abstracte emoties en ervaringen op een tastbare manier over te brengen.

De Blijvende Invloed van Stream of Consciousness

De stream of consciousness techniek heeft zijn wortels in de modernistische literatuur van de vroege 20e eeuw, maar is vandaag de dag nog steeds een krachtig middel in de hedendaagse kunst en cultuur. Waarom blijft deze techniek zo invloedrijk? Dit laatste hoofdstuk onderzoekt hoe de techniek ons helpt om het menselijk bewustzijn te begrijpen en hoe het zijn stempel heeft gedrukt op de moderne cultuur.

De Psychologische en Filosofische Impact

De blijvende relevantie van de stream of consciousness techniek kan grotendeels worden toegeschreven aan haar vermogen om complexe innerlijke ervaringen vast te leggen. De techniek weerspiegelt wat de psychologie al lang erkent: gedachten en emoties zijn zelden gestructureerd en ordenen zich vaak op onverwachte, associatieve manieren.

William James, die de term in zijn boek The Principles of Psychology (1890) definieerde, beschreef bewustzijn als een voortdurende stroom waarin indrukken, herinneringen en emoties samenkomen. Deze filosofische basis is door literatuurcritici en schrijvers verder uitgewerkt en toegepast in fictie om de menselijke ervaring zo realistisch mogelijk te benaderen. In werken van Virginia Woolf en James Joyce zien we dit duidelijk terug: gedachten vloeien vrij en weerspiegelen de complexiteit van het innerlijke leven.

Daarnaast sluit de techniek aan bij moderne wetenschappelijke inzichten over het brein en de werking van het geheugen. Neurowetenschappers hebben aangetoond dat herinneringen vaak fragmentarisch en associatief worden opgeslagen, wat de onsamenhangende structuur van stream of consciousness versterkt als een getrouwe weergave van het denken. [Bron: Cognitive Neuroscience of Memory door Howard Eichenbaum, 2011]

Brede Culturele Toepassingen: Meer dan Literatuur

De techniek is niet beperkt gebleven tot romans en verhalen. Door de tijd heen is ze ingeburgerd in andere media en culturele uitingen, waarbij de nadruk ligt op introspectie en subjectieve beleving.

  1. In de filmindustrie: Films zoals The Tree of Life (2011) en You Won’t Be Alone (2022) gebruiken een gedachtestroomachtige structuur om het innerlijke leven van hun personages te verkennen. De fragmentarische beelden en innerlijke monologen creëren een unieke, poëtische ervaring die de conventionele filmvertelling overstijgt.
  2. In muziek en poëzie: De techniek biedt ruimte voor emotionele expressie in songteksten en gedichten. Artiesten zoals Bob Dylan en Courtney Barnett gebruiken stream of consciousness om het publiek een directe toegang te geven tot hun gevoelens en gedachten. Dit maakt de ervaring persoonlijker en intiemer.
  3. In digitale media: In de digitale wereld, waar informatiestromen constant zijn, lijkt de gedachtestroom een natuurlijke weerspiegeling van de moderne manier van denken. Schrijvers en contentmakers spelen hierop in door teksten en verhalen te produceren die de chaos en complexiteit van het hedendaagse leven vastleggen. Denk bijvoorbeeld aan de informele stijl van sommige blogs en sociale-mediaplatforms, waarin de vrije associatie van gedachten en ideeën centraal staat.

Kritiek en Beperkingen

Hoewel stream of consciousness geprezen wordt om zijn authenticiteit en psychologische diepgang, is er ook kritiek op de techniek. Sommige lezers ervaren de fragmentarische structuur als verwarrend of vermoeiend, vooral in romans zoals Ulysses van James Joyce of The Sound and the Fury van William Faulkner.

Daarnaast kan de techniek, wanneer verkeerd toegepast, leiden tot een onsamenhangend verhaal dat zijn doel voorbijschiet. Literatuurcritici benadrukken daarom dat het belangrijk is dat schrijvers de techniek bewust inzetten, met een balans tussen structuur en vrijheid. Het gebruik van stream of consciousness vereist vakmanschap om ervoor te zorgen dat de gedachtestroom niet chaotisch maar betekenisvol overkomt.

Conclusie

De techniek van stream of consciousness blijft een essentiële methode in de literatuur en andere kunstvormen vanwege haar unieke vermogen om de complexiteit van het menselijk bewustzijn vast te leggen. Door de jaren heen heeft ze zich aangepast aan nieuwe culturele en technologische contexten, maar haar kern is altijd hetzelfde gebleven: de poging om het innerlijke leven van de mens zo authentiek mogelijk te verbeelden. Van James Joyce tot hedendaagse schrijvers zoals Zadie Smith, de stream of consciousness techniek blijft relevant en inspireert generaties van kunstenaars en schrijvers.

Bronnen en meer informatie

  1. Cuddon, J. A. (1984). A Dictionary of Literary Terms. Harmondsworth: Penguin Books. ISBN 978-0140512276.
  2. Baldick, C. (2009). The Oxford Dictionary of Literary Terms. Oxford: Oxford University Press. ISBN 978-0199208272.
  3. Sinclair, May (1918). The Novels of Dorothy Richardson. The Egoist, Vol. 5, No. 4, April 1918. (Herdrukt in latere bloemlezingen)
  4. Humphrey, Robert (1954). Stream of Consciousness in the Modern Novel. Berkeley: University of California Press. ISBN 978-0520015034.
  5. Marshall, T. E. (1975). Freedom and Commitment in Jean-Paul Sartre’s “Les Chemins de la Liberté.” Universiteit van Canterbury.
  6. Eichenbaum, Howard (2011). Cognitive Neuroscience of Memory. Oxford: Oxford University Press. ISBN 978-0199778614.
  7. Filosofische bronnen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in