David Hume, een Schotse filosoof uit de 18e eeuw, heeft een blijvende impact gehad op de esthetica met zijn essay “Of the Standard of Taste“, gepubliceerd in 1757. Dit werk onderzoekt de vraag of er objectieve criteria bestaan voor het beoordelen van schoonheid en kunst. In een tijd waarin subjectiviteit en persoonlijke voorkeur hoogtij vieren, biedt Hume’s benadering van esthetische beoordeling een fascinerend perspectief. Dit artikel ontrafelt Hume’s inzichten over de norm van smaak en de relevantie daarvan in de hedendaagse kunst- en cultuurkritiek.
Inhoudsopgave
De Uitdaging van Subjectiviteit
Hume opent zijn essay met de vaststelling dat smaak vaak als inherent subjectief wordt beschouwd, waarbij individuele voorkeuren en gevoelens de boventoon voeren. Hij erkent de diversiteit in smaak die voortvloeit uit verschillen in persoonlijke ervaring, culturele achtergrond, en emotionele betrokkenheid. Echter, Hume stelt dat ondanks deze subjectieve verschillen, sommige kunstwerken universeel worden geprezen. Deze observatie leidt hem tot de vraag of er een standaard of norm voor smaak kan bestaan die deze universele waardering kan verklaren.
De Rol van de Kenner
Een centraal thema in Hume’s essay is de rol van de kenner of expert in het beoordelen van kunst. Volgens Hume bezit de ideale criticus een aantal kwaliteiten, waaronder een fijngevoeligheid, praktijkervaring, vergelijkende kennis, en vrijheid van vooroordeel. Deze kwaliteiten stellen de criticus in staat om kunstwerken te beoordelen op basis van een verfijnd begrip van schoonheid en vakmanschap, boven persoonlijke voorkeuren uit. Hume benadrukt dat de oordelen van dergelijke kenners een basis kunnen vormen voor een objectievere norm van smaak.
De Natuur van Schoonheid
Hume verkent verder de aard van schoonheid en stelt dat schoonheid niet in het object zelf zit, maar in de respons die het opwekt bij de waarnemer. Deze subjectieve ervaring van schoonheid is echter niet volledig willekeurig; het is gebaseerd op universele menselijke neigingen en percepties. Hiermee suggereert Hume dat er, ondanks de subjectieve natuur van esthetische ervaring, algemene principes zijn die onze waardering voor kunst en schoonheid sturen.
De Consensus van Kenners
Een van de meest provocerende ideeën in Hume’s essay is het concept van een consensus onder kenners. Hume betoogt dat, hoewel individuele meningen over kunst sterk kunnen variëren, de oordelen van ware kenners vaak naar een consensus neigen. Deze consensus vormt volgens Hume de basis voor de norm van smaak. Het is een standaard die transcendeert boven persoonlijke voorkeur, gebaseerd op een gedeeld begrip van esthetische kwaliteiten.
Relevantie voor Hedendaagse Kunst en Cultuur
Hume’s ideeën over de norm van smaak blijven relevant in het hedendaagse debat over kunst en esthetica. In een tijdperk waarin culturele diversiteit en persoonlijke expressie worden gevierd, biedt Hume’s pleidooi voor een gedeelde standaard een interessant tegenwicht. Het roept vragen op over de rol van kunstcritici, de invloed van culturele context op esthetische waardering, en de mogelijkheid van universele schoonheidsnormen.
Conclusie
David Hume’s “Of the Standard of Taste” biedt een diepgaande verkenning van de complexe relatie tussen subjectieve ervaring en objectieve criteria in de beoordeling van kunst. Door de nadruk te leggen op de kwaliteiten van de ideale criticus en het concept van consensus, stelt Hume voor dat er een norm voor smaak kan bestaan die zowel persoonlijke voorkeuren als culturele verschillen overstijgt. Zijn werk nodigt ons uit om na te denken over hoe we schoonheid beoordelen en de waarden die we toekennen aan kunst in onze eigen tijd.
Bronnen en meer informatie
- Hume, David. “Of the Standard of Taste.” In Essays Moral, Political, and Literary. 1757.
- Cooper, Anthony Ashley. Characteristicks of Men, Manners, Opinions, Times. 1711.
- Kant, Immanuel. Critique of Judgment. 1790.
- Guyer, Paul. Values of Beauty: Historical Essays in Aesthetics. Cambridge University Press, 2005.
- Zangwill, Nick. The Metaphysics of Beauty. Cornell University Press, 2001.