Gilbert Ryle’s invloedrijke werk The Concept of Mind (1949) daagt diepgewortelde aannames uit over de aard van de geest, zoals voorgesteld door René Descartes. Ryle verwerpt het dualisme dat stelt dat lichaam en geest gescheiden entiteiten zijn, en biedt in plaats daarvan een alternatieve, op gedrag gebaseerde visie.
Inhoudsopgave
Het Cartesiaans Dualisme en de “Ghost in the Machine”
Het Cartesiaans Dualisme
René Descartes stelde dat de geest en het lichaam twee fundamenteel verschillende substanties zijn: het lichaam, materieel en onderworpen aan fysische wetten, en de geest, immaterieel en onafhankelijk. Dit dualistische model domineerde eeuwenlang de westerse filosofie en psychologie. Ryle noemde deze opvatting “de mythe van de geest in de machine” (Ghost in the Machine), een metafoor die de scheiding tussen lichaam en geest symboliseert.
De “Category Mistake”
Volgens Ryle is het dualisme niet alleen fout, maar berust het op een fundamentele “category mistake”. Dit betekent dat het dualisme mentale processen behandelt alsof ze van een andere categorie zijn dan fysieke processen, terwijl ze in werkelijkheid geen aparte entiteiten vormen. Een beroemde analogie van Ryle verduidelijkt dit: een bezoeker van een universiteitscampus ziet de gebouwen, bibliotheken en sportvelden, maar vraagt vervolgens: “Waar is de universiteit?” Dit laat zien hoe mentale processen slechts eigenschappen van fysieke acties zijn, en geen op zichzelf staande entiteiten.
Het Probleem van Volitie en Intentie
Descartes suggereerde dat fysieke handelingen worden veroorzaakt door mentale intenties. Ryle bekritiseert deze opvatting door te stellen dat intelligent handelen niet voortkomt uit een apart “mentaal proces”, maar inherent is aan het gedrag zelf. Denken, herinneren en willen zijn volgens Ryle geen verborgen mentale toestanden, maar gedragingen die waarneembaar zijn in acties.
Waarom het Dualisme Aantrekkelijk is Gebleven
Ryle erkent dat de dualistische visie intuïtief aantrekkelijk kan zijn omdat het aansluit bij hoe mensen ervaring beschrijven, bijvoorbeeld het voelen van een “innerlijke stem”. Toch benadrukt hij dat deze introspectieve beschrijvingen vaak de neiging hebben om categorieën te vermengen, wat leidt tot verwarring.
Gedrag en Intelligentie – Ryle’s Alternatieve Theorie
Intelligentie in Actie
In tegenstelling tot het dualistische idee dat mentale processen voorafgaan aan fysieke handelingen, stelt Ryle dat intelligentie direct in handelingen zelf wordt uitgedrukt. Wanneer iemand een complexe taak uitvoert, zoals een muziekinstrument bespelen, is het niet nodig om een aparte mentale reeks van berekeningen te veronderstellen; de vaardigheid ligt besloten in het gedrag.
Het Gedragsmatige Karakter van de Geest
Volgens Ryle zijn mentale processen gedragingen of disposities die tot gedragingen leiden. Bijvoorbeeld, het “weten hoe” iets te doen (vaardigheid) is niet te herleiden tot een abstract concept van kennis, maar manifesteert zich in praktische uitvoering. Dit benadrukt het gedrag en vermijdt de noodzaak om een aparte mentale wereld te postuleren.
Een Kritiek op Behaviorisme
Hoewel Ryle’s ideeën soms worden geassocieerd met behaviorisme, maakt hij een belangrijk onderscheid. Hij erkent de waarde van observatie van gedrag, maar verwerpt de strikte stimulus-respons-modellen van het klassieke behaviorisme. Voor Ryle is gedrag niet alleen een fysieke respons, maar bevat het complexe intelligentie en contextafhankelijke betekenis.
De Geest als Systeem van Disposities
Ryle beschrijft de geest als een systeem van disposities – neigingen en capaciteiten die gedrag in bepaalde situaties verklaren. Bijvoorbeeld, een persoon die vriendelijk is, zal zich over het algemeen vriendelijk gedragen, zonder dat dit gedrag noodzakelijkerwijs door een intern mentaal proces wordt veroorzaakt.
De Invloed van Gilbert Ryle op de Filosofie van de Geest
Een Breuk met het Traditionele Denken
Gilbert Ryle’s werk vormde een keerpunt in de filosofie van de geest. Zijn kritiek op het dualisme en zijn gedrag-gebaseerde benadering hielpen de filosofische aandacht te verschuiven van abstracte mentale entiteiten naar waarneembare acties en disposities. Dit perspectief vond resonantie in de opkomende analytische traditie en beïnvloedde nieuwe manieren om vragen over bewustzijn en intelligentie te benaderen.
De Basis voor de Analytische Filosofie van de Geest
Ryle’s ideeën over de geest als een systeem van disposities maakten deel uit van een bredere beweging in de filosofie van de 20e eeuw. Hij was niet alleen een criticus van Descartes, maar ook van de strikte behavioristische benadering die mentale processen volledig probeerde te elimineren. Ryle bood een genuanceerde middenweg: mentale toestanden bestaan niet als afzonderlijke entiteiten, maar als contextuele en gedragsmatige eigenschappen.
Wittgenstein en de Taalfilosofie
Een belangrijke antecedent van Ryle’s werk was Ludwig Wittgenstein. Beide filosofen waren geïnteresseerd in hoe taal onze concepten vormgeeft en hoe filosofische problemen vaak voortkomen uit misverstanden over taal. Voor Ryle was de geest niet iets dat buiten de taal om kon worden begrepen; in plaats daarvan moeten we kijken naar hoe we woorden zoals “denken”, “willen” en “weten” in het dagelijks leven gebruiken.
De Opkomst van Functionalisme
Ryle’s werk legde ook de basis voor het functionalisme, een invloedrijke theorie in de hedendaagse filosofie van de geest. Functionalisme suggereert dat mentale toestanden kunnen worden begrepen in termen van hun functionele rol in een systeem, in plaats van hun fysische of metafysische aard. Hoewel Ryle zelf geen functionalist was, inspireerde zijn focus op gedrag en context veel functionele benaderingen.
Kritiek, Moderne Interpretaties en Conclusies
Kritiek op Ryle’s Theorie
Hoewel The Concept of Mind een baanbrekend werk is, is het niet zonder kritiek gebleven. Sommige filosofen, zoals John Searle, hebben aangevoerd dat Ryle’s visie belangrijke aspecten van subjectieve ervaring over het hoofd ziet. Het idee dat mentale processen volledig kunnen worden gereduceerd tot gedrag en disposities wordt door sommigen als te simplistisch gezien. Er wordt aangevoerd dat interne ervaring en bewustzijn unieke kenmerken hebben die niet volledig kunnen worden verklaard door Ryle’s model.
Hedendaagse Relevantie
In de moderne filosofie blijft Ryle’s werk een belangrijk referentiepunt. Zijn kritiek op het dualisme heeft geholpen om een bredere discussie over de aard van de geest te openen, met name in de context van cognitieve wetenschappen en kunstmatige intelligentie. Terwijl sommige van zijn ideeën zijn vervangen door meer geavanceerde modellen, zoals het functionalisme en het eliminativisme, blijft zijn nadruk op gedrag en context een waardevol perspectief.
De Brede Invloed op Interdisciplinaire Velden
Ryle’s concepten hebben ook buiten de filosofie impact gehad. In de psychologie, educatie en zelfs computerwetenschappen hebben zijn ideeën over intelligentie en disposities bijgedragen aan nieuwe benaderingen van leren, besluitvorming en de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Zijn afwijzing van de strikte scheiding tussen lichaam en geest heeft geholpen om een meer geïntegreerd begrip van menselijke ervaring te bevorderen.
Conclusie
Gilbert Ryle’s The Concept of Mind blijft een fundamenteel werk in de filosofie van de geest. Zijn kritiek op het cartesiaans dualisme en zijn gedrag-gebaseerde benadering hebben niet alleen bijgedragen aan een breder begrip van mentale processen, maar ook de basis gelegd voor veel van de hedendaagse filosofische en wetenschappelijke discussies. Hoewel zijn ideeën niet onomstreden zijn, bieden ze een belangrijke lens om na te denken over de relatie tussen lichaam, geest en gedrag.
Door zijn nadruk op precisie, conceptuele helderheid en een genuanceerde benadering van filosofische problemen, is Ryle’s werk een blijvende bron van inspiratie en debat in zowel de academische wereld als daarbuiten.
Bronnen en meer informatie
- Webster, Richard (2005). Why Freud Was Wrong: Sin, Science and Psychoanalysis. Oxford: The Orwell Press. pp. 461, 483, 613. ISBN 0-9515922-5-4.
- Tanney, Julia. (2007, rev. 2015). “Gilbert Ryle.” Stanford Encyclopedia of Philosophy. Geraadpleegd op 30 juli 2020.
- Flanagan, Owen (1995). In Honderich, Ted (ed.). The Oxford Companion to Philosophy. Oxford: Oxford University Press. pp. 570–572. ISBN 0-19-866132-0.
- Magee, Bryan. Confessions of a Philosopher. Hoofdstuk 16: “As a student he read Schopenhauer, and much later, in his fiftieth year—having, he thought, forgotten Schopenhauer almost entirely—published ‘The Concept of Mind’, in which not only the central thesis, but the essentials of the subsidiary theses come straight out of Schopenhauer.”
- Hampshire, Stuart (1971). In Wood, Oscar P. & Pitcher, George (eds.). Ryle: A Collection of Critical Essays. Suffolk: Doubleday & Co, Inc. pp. 17–18. ISBN 0333122658.
- Searle, John (1994). The Rediscovery of the Mind. Cambridge, Massachusetts: MIT Press. p. xiv. ISBN 0-262-69154-X.
- Murdoch, Iris (1968). Sartre: Romantic Rationalist. London: Collins. pp. 8–9.
- Stannard, David (1980). Shrinking History: On Freud and the Failure of Psychohistory. Oxford: Oxford University Press. p. 55. ISBN 0-19-503044-3.
- Marcuse, Herbert (1991). One-Dimensional Man: Studies in the Ideology of Advanced Industrial Society. London: Routledge. pp. 173–175. ISBN 0-415-07429-0.
- Tanney, Julia. (2007, rev. 2015). “Gilbert Ryle.” Stanford Encyclopedia of Philosophy.
Beschikbaar op: https://plato.stanford.edu/entries/ryle/